De landbouwer of veehouder die nadenkt over transitie mogelijkheden, denkt na over zijn situatie.
De algemene lessenreeks over transitie licht dit toe.
Competenties en goesting.
In de competentiematrix kunnen mensen ontdekken wat ze graag doen en goed doen.
Veehouders zijn veehouder geworden voor de dieren, niet voor de klanten
Nieuwe competenties zijn moeilijk te verwerven.
Markten moeten nog (her-) uitgevonden worden.
De markt die er is , kennen de boeren niet. Bovendien is de markt veelal te klein, of wordt die bepaald door andere belanghebbenden in de keten.
De markt die nog moet gemaakt worden, kunnen ze alleen op heel lange termijn en mits grote inzet.
Financiering en steun
Beleidsmatig is er altijd gekozen voor projectfinanciering. Hierdoor komt veel geld terecht bij tussenpersonen, die het eigenaarschap hebben. Door dit systeem van projecteigenaarschap zit de kennis zeer verspreid en is er geen leidende coalitie in het belang van de ondernemer, die wil omschakelen.
Sommige transitietrajecten zijn alleen haalbaar als er structureel maatschappelijke financiering wordt gegarandeerd vanuit fondsen buiten de klassieke landbouw.
Het rendement van transitieprojecten is onbekend of te laag.
Eén transitie is niet genoeg om het volledig bedrijf en gezin te dragen. Door combinatie van transitietrajecten is er meer mogelijk, maar dit vereist meer managementkosten.
Na 20 jaar is nog steeds niet duidelijk in welke mate een transitie het totale bedrijf kan dragen.
Gelukkig zijn er nu wel veel premies vanuit het GLB.
Boeren die een keuze hebben gemaakt , kunnen achteraf nog kijken welke premies ze kunnen aanvragen.
Gezien de impact van de transitie zelf, is er wel weinig kans dat de boer zijn bedrijfsvoering gaat aanpassen om die premies binnen te halen.